top of page

Wisseling, deel 4

  • Foto van schrijver: Herriët
    Herriët
  • 16 nov
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 17 nov

ree

Zomer

 

Wat kan ik vertellen over die zinderende zomermaanden? Zwart op wit zetten wat we ondernamen is al gewaagd. Zelfs al schrijf ik het alleen voor mezelf. Momenten flitsen door me heen, zoals die eerste middag, aan een tafeltje in een afgeschermde hoek van de bibliotheek. Het kaartje met daarop de gegevens van onze afspraak ligt voor me, als een toegangsbewijs voor dit gesprek. Ik hoor in mijn hoofd opnieuw onze zachte stemmen, vooral die van mij, vertellend over alles wat hij wilde weten over mijn werk en mijn interesses. Voorovergebogen keek hij mij in de ogen, alsof hij wilde peilen wat er in mij omging.

Wat mij bewoog weet ik zelf nauwelijks te benoemen.

Betoverd door zijn indringende blik praatte ik, praatte maar door.

En vertelde veel te veel.

Nooit was iemand zó geïnteresseerd in mij.

Over mijn werk mag ik niet praten. Niet over wat ik werkelijk doe, als programmeur bij een overheidsorganisatie. Men vertrouwt mij.


De middag ging over in een avond, in een nacht.

Nooit was iemand zó verliefd als ik.

Ik tintelde van top tot teen, haast bedwelmd, die eerste weken van de afgelopen zomer.

Hoe houd je gevoelens onder controle? En wil ik dat? Dat vraag ik me nog steeds af.

 

Stukje bij beetje liet Rutger los wat hém nog steeds bezighield, sinds de jaren op het VWO. De schrijver voor het schoolmagazine bleek nog steeds zo gedreven als het ging over machtsovernames en complotten. Alleen schreef hij nu voor zijn volgers op een website. En hij was op zoek.

Op zoek naar een schakel om ergens binnen te komen. Om iets om te buigen. Een wissel om te zetten.

Die schakel was ik.

Ik kan, als ik wil, inbreken in beveiligde omgevingen van organisaties.

Ik heb dat nooit gewild, maar ik kan het.

Rutger ontdekte dat al snel, die eerste middag op dat bankje in de bibliotheek.


Een ander moment komt in me op.

Hij ligt naast mij en zijn vingers spelen met mijn krullen. Hij is dol op mijn haren. Met zijn neus vlakbij mijn oor snuift hij de geur in en mompelt: “Je ziet eruit als de onschuld zelve. Jou verdenken ze niet, je hebt altijd alles onder controle. Je streeft altijd naar veiligheid.”

Ik weet niet of dit een compliment is.

In de loop van de dagen daarop weet hij mij te overtuigen.

Ik kan iets doen voor een op het randje van de afgrond balancerende wereld.

Ik kan iets doen voor de aarde, die vergaat.

Ik kan een ramp van apocalyptische vorm voorkomen.

Alleen ik.

 

Want die ´wereldvrede´ die werd beloofd...

Rutger ontdekte de ondergrondse organisatie tijdens zijn zoektocht naar complotten waar hij zich al in vastgebeten had sinds zijn tijd op het VWO. Het wereldwijde harmonisatieprogramma dat binnenkort zou worden gelanceerd was maar een middel. Wereldvrede als lokkertje. Maar het verborgen doel  was macht. Het leek efficiënt en zou wereldwijd rust geven. De leider van de organisatie zou gezien worden als redder van de wereld. Maar daarachter: algoritmen die keuzes van mensen voorspelden, stuurden, en uiteindelijk vervingen. Geen tanks, geen raketten, maar een onzichtbare sturing verpakt als vooruitgang. En wee degene die niet boog.

Ik kon het netwerk binnendringen via een vergeten onderhoudskanaal. Eén kleine aanpassing om het programma te onderbreken…

Ik wist wat ik moest doen en ik heb het gedaan.

Vraag me niet hoe.

 

Ik deed er zelfs nog een schepje bovenop. Roekeloos.

Waar ik me eerst liet meeslepen, nam ik nu het roer over en in volle overtuiging presenteerde ik bij Rutger nóg een plan, een meesterzet. Een ingreep die tot nóg meer blokkades zou leiden en tot nog meer verlies.

Maar ook tot het verlies van mezelf.


 

Opmerkingen


  • LinkedIn

©2023 door H@thArt.

bottom of page